Cavia

  • Huisvesting
  • Verzorging en hanteren
  • Voeding
  • Voortplanting
  • Ziekten en aandoeningen
  • Afscheid nemen

Huisvesting


Huisvesting

Cavia’s zijn hele gezellige en vriendelijke huisdieren. Het is niet moeilijk om ze te verzorgen, maar er zijn een paar dingen waar je rekening mee moet houden wanneer je een cavia aanschaft.
Zo hebben cavia’s behoefte aan gezelschap. Zorg ervoor dat je nooit een cavia alleen houdt.
Dit kan als paartje, maar als je geen nestje wil zal je een van beide moeten castreren. Een (gecastreerd) mannetje met meerdere vrouwtjes samen gaat vaak ook prima.
Je kan ook een combinatie maken van twee vrouwtjes (zeugjes) of twee mannetjes (beertjes) mits ze van jongs af aan elkaar gewend zijn en de mannetjes geen vrouwtjesdieren kunnen zien of ruiken.



Als je een nieuwe cavia in een groep plaatst zal opnieuw de rangorde bepaald moeten worden. Het is belangrijk om de dieren dan goed aan elkaar te laten wennen en in de gaten te houden of ze geen ruzie krijgen.

Cavia’s kunnen niet goed klimmen of springen, dus een hoog hok is niet per se noodzakelijk. Als je een hok hebt met verdiepingen houd er dan rekening mee dat deze een hoge rand hebben en dat er brede loopplanken zijn. Cavia’s kunnen namelijk niet goed hoogte inschatten.

Voor cavia’s is het wel fijn dat ze kunnen rennen. Een ren waarin ze vrij kunnen bewegen is dan ook geen overbodige luxe.
Als bodembedekking kun je het beste voor een stofvrije bodem kiezen zoals bijvoorbeeld hennepvezel.
Omdat cavia’s van nature prooidieren zijn hebben ze behoefte aan schuilplaatsen waarin ze zich kunnen terugtrekken. De ideale omgevingstemperatuur ligt tussen de 18 en 21 graden en voor cavia’s zonder haar nog iets hoger. Zorg ervoor dat het hok iets boven de vloer staat om kou en tocht te vermijden.
Cavia’s kunnen snel oververhit raken, zet het verblijf daarom nooit in de volle zon.

Verzorging en hanteren


Verzorging en hanteren

Verschoon het hok van je cavia’s minimaal een keer per week en haal natte en vieze plekken dagelijks weg.
Ververs dagelijks het water en maak voer-, en drinkbakjes regelmatig schoon.
Cavia’s zullen niet snel bijten. Als een cavia bang is zal hij bevriezen of wegschieten.
Als je een cavia optilt doe dit dan altijd met twee handen en ondersteun het achterlijfje. Als een cavia valt kan dit zeer ernstige gevolgen hebben.

Nagels knippen
De nagels van een cavia moeten regelmatig gecontroleerd en zo nodig bijgeknipt worden. Dit kan bij de dierenarts, maar als je enige ervaring hebt is dit ook goed zelf te doen. Gebruik wel altijd een speciale nagelschaar voor cavia’s.

Gebit
Het gebit van een cavia blijft doorgroeien. Een gezond gebit in combinatie met de juiste vezelrijke voeding zal ervoor zorgen dat de tandjes voldoende slijten. Soms als een dier niet de juiste voeding krijgt of als er aangeboren afwijkingen zijn kunnen er problemen met het gebit optreden. De tandjes kun je voorzichtig bekijken. Als ze te lang zijn, scheef staan of niet goed aansluiten is het verstandig om de dierenarts te laten kijken. De kiezen van de cavia kun je niet goed zelf bekijken. Als er aanleiding is voor gebitsproblemen, bijvoorbeeld bij vermageren, laat dan een dierenarts het gebit controleren.

Vacht
Langharige cavia’s moeten dagelijks gekamd worden. Dit is veel werk. Soms is het handig om lange haren gedeeltelijk te knippen. Kam altijd voorzichtig om beschadigingen aan de huid te voorkomen en om je cavia geen pijn te doen.

Voeding

Voeding
Het is belangrijk om je cavia’s de beschikking te geven over onbeperkt hooi. Daarnaast zijn cavia’s dol op groenten en een beperkte hoeveelheid fruit.
Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken. Het is dus van belang om het dieet van je cavia’s aan te vullen met een speciale caviabrok met extra vitamine C.
In voeding uit de dierenspeciaalzaak zit dit toegevoegd. Let op dat dit alleen in brokjes zit welke speciaal voor cavia’s is. Voer na de houdbaarheidsdatum bevat meestal niet voldoende vitamine C meer, dus bewaar de brokjes niet te lang.
Een wilde cavia is de hele dag bezig met eten. Het is daarom van belang dat je cavia de hele dag de mogelijk heeft om te eten. Er moet in ieder geval altijd voldoende hooi beschikbaar zijn.
Tussendoor kun je je cavia’s trakteren op wortelloof, paprika, andijvie, witlof of een stukje wortel, peer, aardbei of banaan.
Wees altijd voorzichtig met het aanbieden van een nieuw soort voedsel. De darmen van de cavia moeten hier langzaam aan wennen.
Cavia’s ontwikkelen vroeg in hun leven een voorkeur voor bepaalde soorten voedsel. Daarom weigeren ze soms later om iets te eten wat ze niet kennen. Het is handig om ze al jong aan meerdere soorten voer te laten wennen.

Voortplanting

Voortplanting
Cavia’s zijn na ongeveer 2 maanden vruchtbaar, maar het komt ook nog wel eens voor dat een cavia al na drie tot vijf weken vruchtbaar is.
De draagtijd van een cavia ligt tussen de 59 en 73 dagen. Als de jongen geboren worden zijn ze volledig ontwikkeld. Gemiddeld krijgt een cavia 4 tot 8 jongen per worp.
Vanaf 3 tot 4 weken drinken de jongen niet meer bij hun moeder. Het is belangrijk om de jonge cavia’s op tijd aan mensen te laten wennen en je kan ze vanaf ongeveer twee weken leeftijd dagelijks even op schoot nemen om ze tam te maken.

Een beertje kan vanaf twee maanden leeftijd gecastreerd worden. Soms wordt dit even uitgesteld totdat ze drie maanden zijn zodat het diertje wat beter kan uitgroeien.

Het fokken met cavia’s is nog niet zo simpel als het misschien lijkt. Er liggen nogal wat complicaties op de loer.
Het juiste moment van het dekken van het zeugje is op een leeftijd van 6 maanden, waardoor het eerste nestje geboren wordt als het zeugje zo’n 8 maanden oud is. Al vanaf 8 á 10 maanden leeftijd kunnen de bekkenhelften van het vrouwtje minder makkelijk scheiden en is het geboortekanaal verkleind doordat er meer vet aanwezig is. Dit kan ervoor zorgen dat de jongen niet meer op de natuurlijke wijze geboren kunnen worden. Te vroeg laten dekken is uiteraard ook niet goed, het zeugje moet wel grotendeels zijn uitgegroeid.

Vooral als het nest klein is en de jongen zijn relatief groot kan een nest op latere leeftijd problemen opleveren bij de geboorte. Het werken duurt normaal gesproken ongeveer 30 tot 45 minuten waarbij om de 5 tot 10 minuten een jong wordt geboren. Als het zeugje langer dan 20 minuten perst zonder dat er een jong wordt geboren moet er onmiddellijk een dierenarts ingeschakeld worden. Bel bij twijfel altijd eerder!

Naast de geboorteproblemen komen onder andere ook zwangerschapsketose voor. Dit is een stofwisselingsprobleem dat leidt tot dodelijke bloedvergiftiging. Dit komt meer voor bij cavia’s die te dik zijn. Daarom wordt er geadviseerd om alleen met cavia’s in goede conditie te fokken. Het zeugje heeft tijdens de dracht behoefte aan voldoende beweging. Geef haar in de tweede helft extra voeding en drie keer zoveel vitamine C dan normaal. Probeer stress zoveel mogelijk te beperken.
Aan het eind van de zwangerschap kan het zeugje minder goed bewegen. Zorg ervoor dat ze goed bij haar voer en water kan. Een hoogdrachtig of pas bevallen zeugje dat niet wil eten of drinken is altijd een spoedgeval.

Zoals je kunt lezen gaat het fokken met cavia’s niet vanzelf. Daarom wordt ook wel eens afgeraden om een nestje te fokken gewoon omdat het je leuk lijkt. Mocht je toch van plan zijn om een nestje te fokken houd dan ook nog rekening met de combinatie van ouderdieren. Fok nooit met dieren die een erfelijke aandoening hebben.

Ziekten en aandoeningen


Ziekten en aandoeningen

Een gezonde cavia is actief en heeft zin in eten. Verminderde eetlust, diarree, verstopping, sloom, moeilijk bewegen of jeuk zijn voorbeelden van symptomen van een zieke cavia.

Vitamine C tekort
Een tekort vaan vitamine C geeft verschijnselen als een ruwe vacht, slecht of niet willen eten, tandenknarsen, kreupelheid, pijn (tandenknarsen), wondjes die niet dicht gaan en diarree.

Darmproblematiek
Cavia’s hebben hele gevoelige darmen. Ze hebben daarom voldoende vezels nodig die ze binnen krijgen door hooi te eten. Als een cavia pijn, stress of last van zijn gebit heeft kan hij minder gaan eten. Hierdoor gaan de darmen ook minder goed werken of zelfs stil komen te liggen. De cavia krijgt dan te weinig voedingsstoffen waardoor verstopping of gasvorming kan ontstaan. Dit kan erg pijnlijk zijn waardoor de cavia helemaal niet meer wil eten. Een gasophoping kan zelf een dodelijke afloop hebben. Als je cavia minder of helemaal niet wil eten moet je direct contact opnemen met de dierenarts. Vaak is naast (onderhuids) vocht pijnstilling nodig. Als de cavia echt niet wil eten is het vaak nodig om te dwangvoeren.

Gebitsproblemen
Een veel voorkomende aandoening is het doorgroeien van de tandjes. Dit kan komen doordat de tanden niet recht tegenover elkaar staan of omdat ze scheef afslijten doordat er een probleem is met de kiezen. De cavia kan dan niet meer goed eten. Laat het gebit van je cavia regelmatig controleren. Tanden die te ver zijn doorgegroeid moeten worden ingekort. Dit kan het beste door ze te slijpen.

Ook kiezen kunnen doorgroeien waardoor haken ontstaan. Deze kun je zelf niet zien. Ga naar de dierenarts als je cavia minder goed eet of als hij kwijlt en een natte vacht heeft om zijn bekje.
Kiezen kunnen geslepen of gevijld worden. Meestal moet dit regelmatig herhaald worden als het gebit een verkeerde stand heeft. De stand van het gebit is vaak erfelijk maar ook verkeerde voeding kan hierin een rol spelen.

Voetproblemen
Bij cavia’s die veel op de harde ondergrond lopen of die een scherpe bodembedekking in hun hok hebben ontstaan soms voetproblemen. Deze uiten zich in de vorm van verdikkingen en ontstekingen, ook wel zoolzweren of pododermatitis genoemd. Vooral cavia’s die te weinig bewegen of te dik zijn hebben hier last van. De ontstekingen kunnen doortrekken tot de botten van de cavia’s. Dit is erg pijnlijk en kan in vergevorderd stadia lastig te behandelen zijn. Voorkom dit door de juiste ondergrond en bodembedekking te kiezen en er voor te zorgen dat je cavia voldoende beweging krijgt en daardoor niet te dik wordt.

Huidproblemen
Bij zeugjes zien we vaak tweezijdige kaalheid gepaard met jeuk. Dit heeft te maken met te veel productie van geslachtshormonen en de aanwezigheid van cysten op de eierstokken. Op oudere leeftijd wordt de kans op deze problemen groter. Soms is kaalheid het enige effect, maar er kunnen ook problemen met de baarmoeder optreden. Het verwijderen van de eierstokken kan een oplossing zijn, maar soms zijn hormoonbehandelingen ook mogelijk.

Kale plekken kunnen ook ontstaan doordat cavia’s aan elkaar knabbelen ook wel barberen genoemd. Je ziet dan afgebroken haren en het komt vaak uit verveling of stress. Zorg ervoor dat de cavia’s veel hooi en knaagspeelgoed hebben.
Soms veroorzaken parasieten kale plekken. Dit komt regelmatig voor, vooral bij jonge dieren die veel in contact zijn geweest met andere cavia’s. Als je een huidaandoening ontdekt vraag dan altijd advies aan de dierenarts. Je cavia kan er veel last van hebben maar ze kunnen ook besmettelijk zijn voor jezelf.

Mijten en luizen
De schurftmijt zorgt voor enorm veel jeuk waardoor de cavia’s gaan krabben en schuren en er kale plekken ontstaan. In het ergste geval krijgt de cavia zelfs epileptiforme aanvallen van ernstige jeuk. Soms is de mijt al een hele tijd aanwezig zonder dat er klachten zijn. De mijten slaan toe zodra de weerstand van de cavia verzwakt is, bijvoorbeeld door andere aandoeningen of stress. Ook mensen kunnen met deze mijt besmet worden en huidklachten krijgen.

De vachtmijt komt minder vaak voor en geeft korstjes op rug, heupen en liezen. Doordat de mijt lichte jeuk veroorzaakt en de cavia zichzelf wil wassen kunnen losse haren worden opgelikt die tussen de tanden gaan zitten. De cavia kan daardoor stoppen met eten.

Bij cavia’s komen twee verschillende soorten luizen voor. Deze zijn pas merkbaar als ze met grote aantallen zijn of bij verzwakte cavia’s. De vacht van de cavia wordt ruw en rommelig en er ontstaan schilferige, kale plekjes met korstjes. Deze zie je vooral rondom de oren en op de rug.

Cavia’s zijn erg gevoelig voor ringworm, een schimmelinfectie. Deze infectie is ook besmettelijk voor mensen. Veel dieren dragen deze schimmel bij zich zonder dat ze symptomen hebben. Deze komen, net als bij mijten en luizen pas tot uiting bij verminderde weerstand, hoge temperaturen, vochtigheid of stress. Er ontstaan kale plekjes met schilfers of korstjes. Vaak komen ze eerst op de kop en later ook op de rug en de pootjes.

Luchtwegaandoeningen
Luchtwegaandoeningen worden vaak gezien bij cavia’s. Met name bij dieren die in een te vochtige omgeving leven. Bij stress zijn cavia’s extra vatbaar en ook jonge dieren hebben meer kans om ziek te worden.
Symptomen zijn moeilijk ademen, uitscheiding uit de neus en bij de ogen en minder goed eten. Raadpleeg bij deze symptomen altijd een dierenarts.

Blaasstenen
Cavia’s kunnen last krijgen van blaasstenen. Ze gaan minder eten, krijgen rode urine door bloed en ontstekingen en kunnen in het ergste geval niet meer goed plassen.
De vorming van blaasstenen kan meerdere oorzaken hebben. Een overmaat aan calcium in de voeding is hier een voorbeeld van. Na behandeling moet daarom in overleg met de dierenarts het dieet van de cavia worden aangepast.
Rode urine hoeft niet altijd te wijzen op blaasstenen. Dit kan ook komen door kleurstoffen in groenten die de cavia heeft gegeten.

Afscheid nemen

Je huisdier laten inslapen, een van de moeilijkste beslissingen in het leven van een baasje. Wanneer is het juiste moment? Het liefste wil je hier helemaal niet over nadenken. Soms gaat een huisdier op de natuurlijke manier dood. Maar wanneer het (ernstig) ziek of heel erg oud is overweeg je soms als eigenaar om het in te laten slapen. Een heel moeilijke beslissing die waarschijnlijk ook veel vragen bij je oproept. Je wilt tenslotte alleen maar het beste en maakt deze beslissing uit liefde.

Hoe weet ik dat het tijd is?
De beslissing om je huisdier in te laten slapen kun je alleen zelf maken, hoe moeilijk dit ook is. De dierenarts kan je wel een goed advies geven of je hond nog een waardig bestaan heeft, dit helpt misschien bij het maken van de beslissing. Je hoeft tijdens een consult waar je samen met de dierenarts over euthanasie praat nooit direct een beslissing te nemen. Vaak is het fijn om hier eerst thuis rustig over na te denken.

Wat is euthanasie en hoe gaat het in zijn werk?
Tijdens een euthanasie laat de dierenarts je huisdier rustig inslapen. In de meeste gevallen ben je hierbij aanwezig. Hierdoor zal het zich rustig en veilig voelen wanneer jij in de buurt bent. De dierenarts zal je huisdier een injectie geven waardoor het rustig in slaap valt. Op het moment dat hij/zij slaapt zal het al niets meer vernemen. Je kunt, samen met eventuele familieleden, nog rustig afscheid nemen. Daarna zal de dierenarts een injectie in de bloedbaan geven welke ervoor zorgt dat je huisdier stopt met ademhalen. De dierenarts controleert of het hart gestopt is met kloppen door te luisteren met de stethoscoop, hij of zij zal daarna verklaren dat je huisdier is overleden.

Wat moet ik doen wanneer mijn huisdier overleden is?
Als je huisdier overleden is zijn er verschillende opties:

Crematie
Huisdieren kunnen individueel of met meerdere dieren tegelijk worden gecremeerd in een huisdierencrematorium. Hiervoor werken bij samen met Dierenuitvaartzorg Nederland
Dierenuitvaartzorg Nederland verzorgt crematies bij huisdieren en heeft meerdere vestigingen in Nederland. Het is mogelijk om je huisdier, nadat het is overleden, zelf naar een uitvaartcentrum toe te brengen. Op maandag, woensdag en vrijdag kan dit in Smilde. Je huisdier kan ook worden opgehaald door een vervoersdienst van Dierenuitvaartzorg Nederland. Zij halen huisdieren zowel van de dierenartsenpraktijk als vanaf een huisadres. De crematie van het dier vindt plaats in Swifterband. 

Het is prettig wanneer je van tevoren kunt nadenken of je jouw huisdier individueel of met meerdere dieren tegelijk wil laten cremeren. De as kan op verschillende manieren bewaard of verwerkt worden en wordt vervolgens teruggebracht naar de dierenkliniek. Alle informatie hierover vind je op de website van Dierenuitvaartzorg Nederland

Uiteraard bent u als eigenaar vrij om zelf een keuze te maken naar welk crematorium u, uw huisdier wilt brengen. 

Begraven
Voor het begraven van je huisdier in je eigen tuin, dien je vooraf te informeren bij de gemeente. De gemeente bepaalt of en hoe huisdieren in de tuin begraven mogen worden. 

Begraaf je je huisdier het liefst zelf, zorg dan voor voldoende diepte (minstens één meter) en wikkel het dier in een doek, deken of kartonnen doos (niet in plastic). Bedenk dat een begraven dier voor een eventuele nieuwe eigenaar van je tuin een onverwachte verrassing kan opleveren. Begraaf je liever niet in je eigen tuin, dan kun je ook kiezen voor een dierenbegraafplaats. Hiervan zijn er verschillende in de regio Groningen.

De dierenbegraafplaats 'De Garst' in Westerlee kan dit ook uit handen nemen. Zij vervoeren dieren naar de begraafplaats. Je kunt hierbij kiezen of je de plaats voor twee jaar of langer reserveert, of het dier met of zonder kist begraven wordt en wat de grafbedekking wordt. De kosten hiervoor betaal je rechtstreeks aan de Dierenbegraafplaats 'De Garst'.

Afvoer voor destructie
Je kunt je huisdier via de dierenarts of de gemeente laten aanbieden aan een destructiebedrijf. We spreken over destructie omdat de dierlijke resten niet voor consumptie geschikt zijn. Dode dieren kunnen de volksgezondheid schaden of dierziektes verspreiden. Daarom schrijft de wet voor dat ze zo spoedig mogelijk worden afgevoerd en vernietigd.

Dieren die voor destructie worden opgehaald worden verzameld op een centrale plek, samen met andere dieren en dierlijke resten. De dieren en dierlijke resten worden vervolgens gezamenlijk gebroken, gepasteuriseerd en gesteriliseerd. De massa wordt vervolgens ingedampt, gedroogd en gescheiden in meel en vetten. Dit zijn bruikbare brandstoffen die veelal als brandstof worden gebruikt voor het opwekken van energie. Er is geen sprake van verbranding van de dieren.

Het verliezen van je huisdier is vaak erg verdrietig. We begrijpen het goed als je nog vragen hebt of er eerst eens met iemand over wil praten. Onze paraveterinairs hebben veel ervaring en kunnen misschien een luisterend oor bieden. Als je graag meer informatie wil van de dierenarts kun je het beste een afspraak maken voor een consult.