Wijziging openingstijden - per 15 juli zijn de openingstijden van locatie Bedum en Loppersum voor gezelschapsdieren gewijzigd. Bekijk de openingstijden hier.

Hond

  • Leishmania
  • Puppy
  • Zindelijkheid
  • Wormen
  • Teken
  • Chippen
  • Pre-anesthetisch bloedonderzoek
  • Nazorg narcose en operatie
  • Laparoscopie
  • Drachtig
  • Jeuk
  • Ontlasting onderzoek
  • Oververhitting
  • Urine onderzoek
  • Gebitsbehandeling
  • Hartruis
  • Vakantie
  • Artrose
  • Afscheid nemen

Leishmania

Leishmania
Leishmania is een ziekte die wordt veroorzaakt door de intracellulaire protozoa Leishmania infantum. De ziekte wordt overgedragen door zandvliegjes (Phlebotomus), die in warme landen in onder andere het Middellandse Zeegebied voorkomen.

Het aantal (zwerf)honden dat naar Nederland geïmporteerd wordt neemt jaarlijks toe (in 2016 kwamen er 12.608 honden via een stichting naar Nederland1) en dit kan ervoor zorgen dat de ziekte Leishmania steeds vaker door de Nederlandse dierenarts gezien gaat worden. Ook een hond die meegaat op vakantie naar het Middellandse Zeegebied kan de ziekte oplopen. 

Symptomen
De macrofaag (witte bloedcel) is de doelcel van de parasiet en Leishmania wordt zodoende aangetroffen in alle weefsels waarin deze cellen voorkomen. Het ziektebeeld varieert daardoor sterk en voorbeelden van de atypische verschijnselen die kunnen voorkomen zijn

  • Huidafwijkingen;
  • vergrote lymfeknopen;
  • progressief gewichtsverlies;
  • spierverlies;
  • veel drinken en veel plassen.

Diagnose
Vanwege de variabele en niet-specifieke symptomen, is Leishmania vaak moeilijk te diagnosticeren. De aanwezigheid van klinische symptomen is een essentieel en belangrijk kenmerk in de diagnostiek. Bij een patiënt met klinische symptomen en/of afwijkingen in bloed- of urineonderzoek kan de diagnose worden bevestigd met een hoge antilichaamtiter.  Andere diagnostische methoden zijn gebaseerd op de detectie van de parasiet. Detectie van Leishmania-DNA in weefsels door middel van PCR of de detectie van de parasiet door cytologie (celonderzoek) of histologie (weefselonderzoek) kan bijvoorbeeld worden gebruikt.

Behandeling
Er zijn veel verschillende medicijnen die kunnen worden gebruikt bij de behandeling van Leishmania. Vaak wordt Allopurinol alleen of in combinatie met Glucantime of Milteforan ingezet. Therapie is echter niet altijd effectief, sommige honden krijgen een terugval van de ziekte of moeten levenslang behandeld worden. Welke (combinatie van) middelen en welke dosering wordt gebruikt verschilt per individu en is sterk afhankelijk van het stadium van de ziekte. Geadviseerd wordt daarom een hond met Leishmania regelmatig te controleren om zo nodig de therapie te kunnen bijsturen.

Preventie
Voor honden die meegaan op vakantie wordt geadviseerd ze preventief tegen zandvliegen te beschermen, dit kan met een speciale halsband of met een pipet in de nek. 

1.     Bron: Radstake C, Stray Animal Foundation Platform. Immigratie van buitenlandse (zwerf)honden & (zwerf)katten naar Nederland : de cijfers 2016. 2017;(November).

Puppy

Een pup!
Gefeliciteerd! Je hebt een nieuwe huisgenoot. Natuurlijk ben je super trots op jouw puppy. Daarom gun je hem of haar de állerbeste zorg die het verdient! Hiervoor ben je bij Van Stad tot Wad dierenartsen aan het goede adres.

Het is gebruikelijk dat een pup op de leeftijd van ongeveer acht weken het nest verlaat. In de meeste gevallen ontvang je als nieuwe eigenaar een dierenpaspoort bij aanschaf van een puppy. In dit paspoort staan de gegevens van de hond, de resultaten van het eerder uitgevoerde gezondheidsonderzoek en de vaccinaties die het al gehad heeft.

Vaccineren
Vaccineren is van groot belang voor de gezondheid van je pup. De eerste vaccinatie hoort een pup te krijgen op een leeftijd van 6 weken. Deze vaccinatie wordt gegeven terwijl ze nog bij moeder in het nest zijn. Ze worden op dat moment geënt tegen Hondenziekte en Parvo.

Wanneer je pup 9 weken oud is woont het waarschijnlijk bij jou thuis. Tijd voor de tweede vaccinatie!
Je pup wordt ingeënt tegen Parvo en Zeikte van Weil (Leptospirose). Voor de vaccinatie wordt je pup natuurlijk helemaal nagekeken door de dierenarts. Hoewel we met dit lichamelijke onderzoek nooit alles kunnen vaststellen, kun je ervan uitgaan dat na zo’n onderzoek als regel duidelijk is of je een gezonde en goed verzorgde hond in bezit hebt.

De derde vaccinatie wordt gegeven op een leeftijd van 12 weken. We enten dan tegen Hondenziekte, Parvo, Ziekte van Weil en besmettelijke leverziekte. Ook nu wordt jouw pup nagekeken door de dierenarts en kun je terecht met al je vragen. Je pup heeft nu alle vaccinaties gehad. Het vaccineren van je hond dient jaarlijks herhaald te worden. 

Naast de ‘reguliere’ vaccinaties is het ook mogelijk om je pup te laten vaccineren tegen kennelhoest. Dit is raadzaam wanneer je met je pup naar cursus gaat of wanneer het in een kennel verblijft.

De Rabiës vaccinatie is een vaccinatie die verplicht is wanneer je met je pup naar het buitenland gaat. Deze vaccinatie mag gegeven worden vanaf 12 weken leeftijd en is 3 jaar werkzaam.

Chippen
Het chippen van honden in Nederland is verplicht. Dit gebeurt bij de fokker voordat de pups het nest verlaten. Op het moment dat je pup bij jou thuis komt wonen is het dus al gechipt. Het is wel belangrijk om te zorgen dat de gegevens van de chip gekoppeld zijn aan het juiste adres. Dit kun je controleren door te kijken op www.chipnummer.nl.

Ontwormen
Een pup krijgt via de baarmoeder al wormen mee van de moederhond. Het is daarom belangrijk om je pup in zijn eerste levensjaar regelmatig te ontwormen. Het is belangrijk om je pup op de volgende tijdstippen te ontwormen: 2 weken, 4 weken, 6 weken, 8 weken, 12 weken. Daarna op een leeftijd van 4 maanden, 5 maanden, 6 maanden, 9 maanden en 12 maanden. Kies voor een breedspectrum wormmiddel. De assistente kan je hierin adviseren.

Ontvlooiien
Naast ontwormen is ook ontvlooiien van groot belang. Een pup met vlooien kan hier, naast dat het natuurlijk erg vervelend is, ook heel erg ziek van worden. Helaas komen vlooien het hele jaar voor. Met een vlooienkam kun je de vacht controleren op vlooien en de ontlasting van deze beestjes.
Er zijn veel verschillende vlooienmiddelen. De assistente adviseert graag welk middel het beste past bij jouw pup.

Teken
Teken zijn vooral een probleem in de zomer, maar we zien teken tot diep in het najaar. Ze kunnen ziekten overbrengen zoals de ziekte van Lyme, Anaplasmose en Babesiose. Er zijn goede middelen verkrijgbaar welke voorkomen dat je hond gebeten wordt of dat de teek kan overleven op je hond.  Een tekentang kan behulpzaam zijn bij het verwijderen van teken. De assistente kan je adviseren welk middel je het beste kunt gebruiken bij het bestrijden van teken. Ook kan ze helpen bij het verwijderen van eventuele teken.

Voeding
Over voeding bestaan veel verschillende en soms ook tegenstrijdige opvattingen. Als je het jezelf niet te moeilijk wilt maken en de hond niet tekort wil doen kun je het beste uitgaan van zogenaamde complete voedingen. Als je je daarbij richt op de betere merken, kun je er op vertrouwen dat je verantwoord bezig bent. Tot drie maanden leeftijd kun je het beste viermaal per dag voeren. Tussen drie en zes maanden driemaal daags en vanaf zes maanden twee keer per dag.
Bij Van Stad tot Wad dierenartsen is Purina het huismerk. Dit is kwalitatief uitstekende voeding die ook nog een smakelijk is én betaalbaar!

Uitlaten en bewegen
Vaker per dag kleine stukjes wandelen is bij jonge honden veel beter dan lange wandelingen. Over traplopen bestaan allerlei verschillende opvattingen. Het belangrijkste is dat je probeert piekbelastingen te beperken. Voorzichtig een trap op,- en aflopen is niet zo’n probleem. Een trap oprennen kan dat wel zijn. Dit geldt ook voor ravotten en ruw spelen met andere honden. Aan de andere kant moet een dier zich ook wel een beetje vrij en ontspannen kunnen ontwikkelen. Met een gezond verstand een middenweg zoeken is dus het meest raadzaam.

Cursus en opvoeding
Socialiseren is erg belangrijk voor jonge dieren. In hun latere leven zal het daar veel plezier van hebben en jij als eigenaar dus ook!
Het onderwerp opvoeding is niet in één alinea te bespreken. Wil je meer informatie over het opvoeden van een pup? Bezoek dan onze puppyparty’s, ga naar een cursus en/of koop een goed boek. Een aantal tips:  

  • Belonen werkt vaak beter dan straffen

  • Jij bent de baas en je moet dat ook uitstralen

  • Een hond is geen mens. Hondenlogica werkt anders dan bij ons

Dier en Zorg Plan
Natuurlijk wil je dat je pup de beste start in het leven krijgt die je als nieuw baasje kan bieden. Om dit makkelijker en betaalbaar voor je te maken bieden we het Dier en Zorg Plan aan. Met het Dier en Zorg Plan ben je er verzekerd van dat je hond voor een vast bedrag per maand op de juiste tijdstippen de noodzakelijke medische basisbehoeften krijgt. Kijk op onze pagina Dier en Zorg Plan voor meer informatie.

Zindelijkheid

Zindelijkheid
Onder zindelijkheid verstaan we dat de hond zijn behoefte ergens buiten doet en ook nog op gezette tijden die wij voor de pup bepalen. Voor ons is dit erg duidelijk, voor een hond nog niet.

Zindelijkheid in het nest
De moederhond houdt het nest schoon door alle uitwerpselen op te eten. Op latere leeftijd duwt ze de pups van de slaapplaats weg als ze hun behoefte moeten doen. Een goede fokker stimuleert dit en zorgt voor 2 verschillende vloeroppervlaktes (b.v. een deken als slaapplaats en kranten daarbuiten).

Wanneer de pup bij je thuis is begint het echte werk!
Goed in de gaten houden is het belangrijkste. Wanneer je gedurende een tijdje niet in de gelegenheid bent om je pup goed in de gaten te houden, kun je hem (kort) in een bench doen. Wanneer je een deken in de bench legt ziet hij deze als zijn nest en zal deze niet gauw bevuilen. Bedenk wel dat als je de pup te lang in bench opsluit hij deze wel zal gaan bevuilen, om de simpele reden dat hij nog niet anders kan. Op deze manier verleert hij eerder aangeleerd goed gedrag weer.

Als de hond al krantzindelijk is kun je bij de voor- en achterdeur wat kranten neerleggen. Bij het goed observeren van de pup zul je zien dat deze eerst langdurig snuffelt en rondjes gaat draaien op dezelfde plek. Meestal zal de pup ook wat moeten doen als deze net heeft geslapen, heeft gegeten of heeft gespeeld. Juist bij dit gedrag of na deze dingen til je de pup rustig op en neem je hem mee naar een plek waar hij later ook zijn behoefte mag doen, je wacht net zolang tot de pup zijn behoefte gedaan heeft. Erg makkelijk is het om hier een commando aan te koppelen, bijvoorbeeld: “Plasje doen”. Hierna beloon je de pup uitbundig. Dit kan met je stem.

Soms vinden pups het buiten zo leuk, dat ze vergeten te plassen en liever gaan spelen. Pas bij binnenkomst zal de pup gaan zitten en plassen. Het is dan ook belangrijk dat er speelkwartiertjes zijn en plasmomenten. Als de pup heeft geplast bij het commando plasje doen is het beter om direct weer naar binnen te gaan, eventueel met een koekje, en niet te gaan spelen. De pup moet het verschil leren tussen spelen en plassen. Beter is het om in het begin wat vaker uit te gaan, zodat de hond zijn energie ook kwijt kan en de wereld goed kan verkennen.

Te laat...
Natuurlijk komt het voor, dat je te laat bent en de pup wat in huis heeft gedaan. Het heeft echt geen enkele zin om hem hiervoor te corrigeren. De pup met zijn neus er door heen halen, maakt de pup alleen angstig. Bij een ongelukje (ook in de bench) kun je de plek beter direct schoonmaken omdat bij het te lang laten liggen, de hond dit als gewoon ziet en de plek meer gaat bevuilen.

Ga in het begin, ook als de pup nog geen aanstalten maakt om iets te doen, gewoon vaak naar een plek waar hij wat mag doen. Om de 1-2 uur en na het eten, slapen en spelen. Als je wacht en daarna uitbundig beloont, zal de hond sneller zindelijk zijn. Kies plekken die niet te ver verwijderd zijn van het huis, en kies ook meerdere plekken. Anders kom je, als je de hond meeneemt op visite in de problemen omdat zijn eigen plekje niet in de buurt is.

Let op!
Het is voor ons geweldig als de hond zelf aan gaat geven wanneer hij wat moet doen. Het is dan ook logisch dat je de hond hiervoor gaat belonen en met hem mee gaat naar buiten. Wat je je moet realiseren is dat de pup ook leert dat hij je zover krijgt dat je mee naar buiten gaat. Op dat moment is hij dus eigenlijk een commando aan je aan het geven. Draai dit daarom nu al om. Als hij aangeeft dat hij naar buiten moet, roep hem dan eventjes bij je. Nu geef je namelijk als laatste een commando, in dit geval “hier” en als beloning hiervoor kun je de hond mee naar buiten nemen. Je houdt nu zelf het initiatief in handen en daar gaat het om!

Veel succes!

Wormen

Spoelwormen
Besmettingen met spoelwormen komen bij honden regelmatig voor. Ernstig ziek wordt de hond er bijna nooit door. Toch is het belangrijk om je hond regelmatig te ontwormen. Dit heeft vooral te maken met de risico’s die mensen lopen.

Cyclus van de spoelworm
Volwassen vrouwelijke wormen, die zich in de dunne darm van de hond bevinden produceren tot wel 200.00 eitjes per dag. Deze eitjes komen via de ontlasting in het milieu terecht. Na de rijpingsfase van twee tot zes weken zijn de eitjes besmettelijk. De eitjes zijn zeer resistent tegen omgevingsinvloeden en kunnen daardoor maanden tot jaren besmettelijk blijven.

Honden raken besmet als ze deze eitjes opnemen uit met ontlasting vervuilde grond, zoals zandbakken, tuinen of door het eten van besmette prooidieren, zoals vogels en kleine knaagdieren. De larven trekken vanuit het maagdarmkanaal via bloedvaten naar de longen. Vervolgens worden ze opgehoest en ingeslikt om zo in de darm tot volwassen worm te kunnen uitgroeien. We zijn dan enkele weken verder. Sommige larven trekken naar spieren en organen, zoals lever, hart en longen. Daar kapselen ze zich in.

Bij drachtige teven worden deze larven in de tweede helft van de dracht weer gactiveerd, waarna ze verhuizen naar de melkklieren en baarmoeder. Pups worden zo al voor de geboorte besmet en daarna door opname van larven via de moedermelk. Deze larven maken geen trektocht, maar ontwikkelen zich direct tot volwassen wormen. Daardoor zijn alle pups direct na de geboorte besmet met spoelwormen.

Ziekteverschijnselen
Ziekteverschijnselen ontstaan meestal pas in de tweede of derde levensweek. De ernst hangt af van de mate van besmetting. De conditie wordt slechter, de hond vermagert en er ontstaat gasophoping in de darmen (wormenbuik). Soms zien we braken, diarree of juist obstipatie. Andere verschijnselen kunnen zijn hoesten, neusuitvloeiing, bloedarmoede en een enkele keer zenuwverschijnselen. Dieren kunnen aan complicaties overlijden.

Risico’s voor de mens
In Nederland en België is 4-5% van de volwassen huishonden en 15-36% van de volwassen kennel,- en zwerfhonden besmet met wormen, die ook daadwerkelijk eieren produceren. Uit onderzoek blijkt dat 19% van alle mensen antistoffen heeft tegen de honden,- en of kattenspoelworm. Bij kinderen tot 10 jaar is dit 5-10% en bij volwassenen boven de 60 jaar 35-39%. Larven beginnen wel aan de trektocht, maar de cyclus wordt niet voltooid. De larven sterven af en worden door het lichaam opgeruimd. Er ontwikkelen zich dus geen volwassen spoelwormen bij de mens.

Infectie van de volwassen mens verloopt meestal zonder duidelijke verschijnselen. Kinderen hebben vaker klachten, doordat ze in contact komen met besmette grond van zandbakken en tuinen. Doordat larven naar de longen trekken, kunnen luchtwegproblemen optreden. Er zijn ook aanwijzingen dat allergische aandoeningen kunnen samenhangen met spoelworminfecties.

Bestrijding en preventie
Een goede hygiëne verkleint de infectiekansen. Daarnaast is het zaak de infectiedruk in de omgeving zo laag mogelijk te houden. Was bijvoorbeeld goed je handen na tuinieren, buiten spelen en voor het eten. Was uiteraard ook goed je handen na het verschonen van een kattenbak en reinig deze daarna met kokend water.

Regelmatig ontwormen heeft tot doel om de uitscheiding van wormeieren te beperken en daar door de infectiedruk in de omgeving zo laag mogelijk te houden. Een Europese adviesraad (ESCCAP), heeft hiervoor een richtlijn opgesteld:

 

 

 

Wanneer ontwormen:

Pups en moederteven

2, 4, 6, 8 weken leeftijd pups, vervolgens maandelijks tot een half jaar leeftijd van pups

Volwassen honden

Tenminste 4 keer per jaar

In gezinnen met kleine kinderen wordt zelfs geadviseerd om maandelijks te ontwormen. Ontwormen van drachtige dieren erg belangrijk. Zorg wel voor middelen die veilig zijn voor dragende teven.

Alternatief voor geregeld ontwormen is ontlasting onderzoek, tenminste eens per 3 maanden.

Andere wormen dan spoelwormen
Preventief ontwormen gaat bijna altijd over spoelworm. Ook sommige lintwormsoorten (Echinococcus) vormen risico’s voor de mens. De mens is in dit geval tussengastheer. Na besmetting kunnen zich levensbedreigende blaaswormen ontwikkelen. Om die reden wordt geadviseerd bepaalde groepen honden elke 4-6 weken te ontwormen met een middel dat tegen Echinococcus soorten werkzaam is. Het gaat vooral om honden, die in contact kunnen komen met karkassen en ingewanden van slachtdieren of met knaagdieren.

Een veel voorkomende lintwormsoort bij honden is Dipylidium. Tussengastheer is de vlo. Dipylidium is niet voor de mens besmettelijk. Als je deze lintworm wilt bestrijden volstaat dus niet alleen een ontwormingsmiddel, maar is een goede vlooienbestrijding essentieel.

In Midden- en Zuid-Europa kunnen honden besmet raken met hartworm. Als de hond meegaat met vakantie naar die gebieden is het verstandig hier maatregelen tegen te nemen.

De assistente kan je goed advies op maat geven hoe jij jouw hond het beste kan ontwormen.

Teken

Teken
Teken zijn parasieten die leven van het bloed van zoogdieren, vogels en reptielen. De teek lijkt (als het zich nog niet heeft volgezogen) op een klein spinnetje. Het heeft 8 poten en is enkele millimeters groot.
Om bloed binnen te krijgen zuigt de teek zich met de kop vast in de huid van haar gastheer. Het lichaam vult zich dan met bloed. Nadat de teek zich heeft volgezogen laat het zich weer vallen. Meestal zijn tekenbeten niet pijnlijk en ze worden dan ook vaak alleen opgemerkt wanneer je de teek in de huid ziet zitten.

Het is belangrijk om de teek dan zo snel mogelijk op de juiste manier uit de huid te verwijderen. De teek kan namelijk ziektes overbrengen op de gastheer. Er zijn wereldwijd 650 verschillende soorten teken. In Nederland komt voornamelijk de Harde teek voor: Ixodes Ricinus. Deze teken zijn actief in de maanden maart tot oktober, met een piek in het voorjaar en het najaar. Ze hebben een voorkeur voor vochtig weer en in de winter zijn ze in rust.

Besmetting
Teken houden zich meestal schuil in hoog gras, struikgewas, bossen en duinen. Wanneer de teek lichaamswarmte van een dier of mens signaleert komt deze in actie en laat zich op de gastheer vallen. De teek nestelt zich vervolgens op een zacht, vochtig en warm plekje. Bij voorkeur in huidplooien zoals bij oren, ogen, lippen, nek, hals, liezen, oksels en tussen de tenen.

Bij het nestelen boort de teek met de monddelen door de huid en brengt daarbij speeksel in de huid van de gastheer. Dit speeksel bevat een verdovende stof die de bloedstolling tegengaat. Hierbij kunnen de ziekteverwekkers overgebracht worden.

Besmettelijke tekenziektes
Ziekte van Lyme

Bij mensen is in Nederland de ziekte van Lyme de meest voorkomende ziekte overgebracht door teken. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia Burgdorferi. 20%  van de teken draagt deze ziekte bij zich.
Bij dieren zien we bijna nooit klachten ontstaan door de ziekte van Lyme. Veel honden hebben wel antistoffen tegen de bacterie in het bloed, maar worden hier bijna nooit ziek van. Klachten die bij honden voor kunnen komen zijn: kreupelheid, stramme gewrichten, verminderde eetlust, koorts en verlies van eiwit in de urine.

Anaplasmose
Anaplasmose wordt veroorzaakt door Anaplasma Phagocytophilum, door dezelfde teek die de Ziekte van Lyme overbrengt. De parasiet is ook in Nederlandse teken gevonden. Een teek moet 24 tot 48 uut bloed zuigen voordat de ziekteverwekker van Anaplasmose wordt overgedragen aan de hond. Een hond wordt 1-2 weken na besmetting ziek. Ziekteverschijnselen zijn: luseloosheid, slechte eetlust, diarree, braken, koorts, kreupelheid, bleke slijmvliezen, huidbloedingen, benauwdheid en vergrote lymfeklieren.

Overige tekenziektes – Babesiose en Ehrlichiose
In het buitenland, met name in Zuid,- en Oos-Europa, komen ook andere teken voor die hier in Nederland niet voorkomen. Deze teken kunnen, naast bovengenoemde ziektes, ook andere ziektes overbrengen. Onder andere Babesia en Ehrlichia, die respectievelijk in de rode en witte bloedcellen kunnen gaan zitten. Deze ziektes kunnen chronisch worden en dieren kunnen er zelfs aan overlijden. Honden kunnen soms maanden of zelfs jaren na de tekenbeet pas ziekteverschijnselen ontwikkelen. De afgelopen jaren zijn er echter ook gevallen van deze twee ziektes beschreven bij honden die in het geheel niet in deze warmere gebieden zijn geweest en dus de ziekte in ons land opgelopen moeten hebben.

Voorkomen van tekenziektes
Het is belangrijk na elke wandeling de vacht van je hond te controleren op teken. Een dag later kun je de huid controleren op bobbeltjes. Wanneer je ziet dat jouw hond zich steeds krabt op dezelfde plek, controleer deze dan. Wanneer je een teek gevonden hebt kun je deze het beste zo snel mogelijk verwijderen, het liefste binnen 24 uur. Dit geldt ook voor de mens.

Het verwijderen van een teek kan het beste worden gedaan met een speciale tekenpincet of tekentang. Deze is verkrijgbaar bij onze dierenartsenpraktijk en bij de apotheek. Zet de tang om de teek heen, draai de teek daarna voorzichtig uit de huid. Ontsmet de huid daarna met alcohol. Behandel de teek vóór het verwijderen niet met alcohol of slaolie. De teek kan hiervan gaan braken waardoor de ziekteverwekkers in de huid terechtkomen van de hond. 

Houdt het wondje de dagen daarna in de gaten. Bij dieren zien we nooit een kenmerkende rode kring ontstaan. Wel kan er lokaal een ontstekingsreactie ontwikkelen. Deze kan in de meeste gevallen niet veel kwaad.
Mocht er een klein stukje van de teek zijn achtergebleven dan zal het lichaam hierop reageren met wat roodheid en zwelling ter plekke van de beet. Dit kan niet veel kwaad.

Preventieve middelen
Als je hond regelmatig last van teken heeft, of als je naar het buitenland gaat kun je het beste een goed tekenmiddel gebruiken. Deze zijn verkrijgbaar als druppels voor in de nek, tabletten of tekenbanden. De assistente kan je hierover adviseren.

Ga je naar het buitenland en laat je je hond een tekenband dragen? Dan is het raadzaam om de band twee weken voor vertrek alvast om te doen. Van sommige middelen is bekend dat de teek eerst wel op het dier te zien is. De teek laat pas los na 24-48 uur doordat ze afsterven.

Chippen

Waarom chippen?
Als je hond zoek is wil je hem of haar zo snel mogelijk terug vinden! Een kokertje aan de halsband zou een oplossing kunnen zijn, maar helaas verliezen ze deze nogal eens. Ook kunnen telefoonnummers in de koker vervagen waardoor ze niet goed leesbaar meer zijn. Een chip is daarom een goede oplossing om gegevens van huisdieren te kunnen traceren wanneer ze gevonden worden.

Wat is een chip?
Een chip is een gesloten buisje met daarin een microchip en een spoeltje dat als een antenne fungeert. Met een naald wordt de chip onder de huid ingebracht. De chip is ongeveer 1 cm lang en heeft een doorsnede van 2 mm. Iedere chip heeft een unieke code. Deze code is uit te lezen met een chipreader. Iedere dierenartsenpraktijk, dierenasiel en dierenambulance heeft zo’n chipreader. Aan de unieke code worden de gegevens van jou als eigenaar gelinkt. Bij het uitlezen van de chip komt jouw naam en telefoonnummer
tevoorschijn zodat de vinder contact met je kan opnemen.

Wat gebeurt er met mijn gegevens?
Wanneer je hond bij ons op de praktijk gechipt wordt sturen we je gegevens in combinatie met de unieke code van de chip naar het NDG. NDG staat voor Nederlandse Databank Gezelschapsdieren. In deze databank worden je gegevens zorgvuldig en veilig bewaard. In het dierenpaspoort plakken we een sticker met het nummer en de bijbehorende streepjescode. Zo weet je zelf ook wel nummer jouw dier draagt. Dit nummer noteren we ook in de patiëntenkaart van ons eigen systeem.
Op het moment dat je hond staat ingeschreven ontvang je bericht van het NDG. Via hun website kun je zelf ook de gegevens van je huisdier opvragen. Vergeet niet om je gegevens te wijzigen als je gaat verhuizen!

Wat moet ik doen als mijn dier vermist is?
Neem bij vermissing altijd contact op met de dierenarts en geef de vermissing door. Wij kijken in de computer of er ergens een hond gevonden is en noteren tevens de vermissing.
Je kunt ook contact opnemen met een dierenasiel en de dierenambulance. Laat ook daar je dier als vermist registreren. Meld de vermissing ook bij stichting Amivedi en bij het NDG. Verder kun je nog een A4 met duidelijke foto en omschrijving ophangen in de buurt en/of supermarkt.  Een goede omschrijving van je hond geven is vaak lastig. Het kan handig zijn om een foto te gebruiken wanneer je je dier omschrijft. Kleine details kunnen nu van groot belang zijn!

Telefoonnummers die je kunnen helpen?
We hopen natuurlijk dat je onderstaande telefoonnummer nooit nodig zal zijn:

Pre-anesthetisch bloedonderzoek

Bloedonderzoek voor de narcose
Wij willen er alles aan doen om de narcose van uw dier zo veilig mogelijk te laten verlopen en de risico’s van een narcose zo klein mogelijk te houden. Naast verschillende narcoseprotocollen en apparatuur om uw dier te monitoren tijdens de narcose, raden wij aan om een bloedonderzoek uit te laten voeren. Dit noemen wij een pre-anesthetisch bloedonderzoek.

Wij bieden dit bloedonderzoek aan bij alle patiënten die in onze kliniek onder narcose moeten voor een operatie of (gebits-)behandeling. Ook als er op het oog niks aan de hand lijkt te zijn.

Waarom een pre-anesthetisch bloedonderzoek
Dieren die gezond lijken, kunnen wel degelijk onderliggende problemen hebben. Dieren geven lang niet altijd aan als zij zich niet lekker voelen, en hierdoor kunnen aandoeningen verborgen blijven. Aan de buitenkant kunnen we niet beoordelen of belangrijke organen zoals de lever en nieren goed functioneren.

Wij willen graag een inschatting maken of het lichaam van uw huisdier de narcosemiddelen goed kan verwerken. De lever en nieren spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol in de afbraak van de narcosemiddelen.

Afwijkingen in het pre-anesthetisch bloedonderzoek
Kan de behandeling dan doorgaan? Dat hangt af van de noodzaak van de operatie/ behandeling. De dierenarts zal altijd met u overleggen of het verstandig is om de operatie/ behandeling uit te voeren.

Wel kan aan de hand van de uitslag van het pre-anesthetisch bloed worden besloten andere narcosemiddelen te geven, het infuus anders in te stellen of andere nazorg te bieden.

Geen afwijkingen in het pre-anesthetisch bloedonderzoek
De organen van uw dier functioneren op het moment van de bloedafname goed. Dit betekent dat we nu ook de normaalwaarden van uw dier weten. Als we het bloedonderzoek in de toekomst herhalen, kunnen we de resultaten vergelijken met het pre-anesthetisch bloedonderzoek. Zo kunnen we aandoeningen eerder opsporen en uw dier sneller behandelen.

Nazorg narcose en operatie

Je hond is onlangs onder narcose geweest en geopereerd. We hopen dat het goed gaat met je huisdier en geven graag enkele tips voor nazorg.

Let op, iedere operatie en ieder dier is anders. Vertrouw je iets niet, neem dan altijd contact op met de dierenarts. We staan graag voor je klaar!

  • Laat je hond op een rustige en warme plek bijkomen
  • Drinken is toegestaan. Eten mag je een paar uur na het ophalen in kleine hoeveelheden aanbieden. Na een dag mag je dier weer zijn op haar normale portie eten
  • Als de hond hechtingen heeft is het raadzaam om hem/haar gedurende een week aangelijnd uit te laten en niet te laten zwemmen.
  • Soms is een kraag of een shirt na de operatie noodzakelijk. Door overmatig likken aan de wond kan schade of zelfs een infectie optreden. Doe kragen of shirts daarom ook niet voortijdig uit/af. Twijfel je of het nog nodig is om hier gebruik van de maken? Overleg dan even met de assistente.
  • Controleer de wond 1 keer per dag gedurende 5 dagen. Als er zwelling, roodheid of pus aanwezig is neem dan altijd contact op!
  • Hechtingen kunnen zowel onderhuids als op de huid gezet zijn. Onderhuidse hechtingen hoeven niet verwijderd worden, hechtingen op de huid wel.
  • Mogelijk heeft je dier medicatie meegekregen zoals bijvoorbeeld pijnstillers of antibiotica. Lees voor gebruik altijd goed het etiket. Antibioticakuren dienen altijd volledig afgemaakt te worden, ook als je dier weer helemaal de oude lijkt! Heb je vragen over de voorgeschreven medicatie? Neem dan contact op met de praktijk.

Laparoscopie

Laparoscopie
Van Stad tot Wad dierenartsen biedt de mogelijkheid je hond te laten steriliseren via laparoscopie. Met behulp van geavanceerde apparatuur worden via drie kleine incisies de eierstokken verwijderd. Laparoscopisch steriliseren kan bij honden vanaf 15kg en kan het beste plaatsvinden 3 maanden na de loopsheid.

Voordelen
Laparoscopie heeft een aantal voordelen ten opzichte van de ‘gewone’ sterilisatie van de teef.

  • De operatie is minder pijnlijk door de kleinere incisies
  • Er is een kortere operatieduur waardoor een minder belastende narcose ontstaat.
  • Tijdens de operatie worden kleine incisies gemaakt wat uiteindelijk kleinere littekens oplevert.
  • Over het algemeen ervaart de teef weinig pijn en daardoor een snel herstel na de operatie.
  • Laparoscopisch steriliseren moet tussen 2 loopsheden in. Wanneer je 3 maanden na de laatste loopsheid steriliseert helpt dit om schijndracht na de operatie te voorkomen. 

Voor de operatie
Voor iedere operatie wordt je hond gewogen en nagekeken door de dierenarts. Je hond wordt gecontroleerd op haar conditie en de dierenarts luistert naar hart en longen. Er bestaat de mogelijkheid van een pre-anesthetisch bloedonderzoek. Bij dit onderzoek wordt door middel van een bloedafname gecontroleerd op een aantal vitale organen van de hond. Ter voorbereiding op de operatie plaatst de dierenarts een braunule in de voorpoot van de hond. Via deze braunule dienen we een slaapmiddel toe. Zodra de hond slaapt gaan de dierenarts en paraveterinair de hond verder voorbereiden. Zo wordt de hond geïntubeerd, geschoren en wordt de huid gedesinfecteerd door te wassen met een speciale operatiezeep. Na de voorbereiding wordt de hond op de operatietafel gelegd en wordt ze aangesloten op de bewakingsapparatuur en de gasnarcose. Tijdens de operatie krijgt de hond een infuus met vocht toegediend en wordt ze ondersteund door een beademingsapparaat. 

Werkwijze
Nadat de hond voorbereid is op de operatie wordt ze op een kantelbare operatietafel gelegd. De dierenarts begint de operatie met het maken van drie kleine incisies. De gehele operatie wordt via deze incisies uitgevoerd. Met behulp van CO2 zorgen we voor overdruk in de buik van de teef. Via een beeldscherm is de hele operatie te volgen en heeft het operatieteam een gedetailleerd beeld hoe het er aan de binnenzijde van de buik uitziet. Dankzij de kantelbare tafel en de CO2 heeft de dierenarts tijdens de operatie goed zich op beide eierstokken. 

Wanneer de dierenarts geen afwijkingen aan de baarmoeder constateert worden alleen de eierstokken verwijderd. De hond wordt gedurende de operatie zorgvuldig door de paraveterinair in de gaten gehouden. Dit gebeurt met behulp van moderne bewakingsapparatuur. 

Het CO2 wat voor de operatie in de buik gebracht is laten we ontsnappen. Er blijf geen lucht achter in de buik van de hond. De incisies worden gesloten met een onderhuidse hechting. De huid wordt met weefsellijm of een huidhechting gesloten. Na de operatie wordt de hond in een verwarmde ruimte gelegd om uit te slapen. Ook hier wordt ze door de paraveterinair zorgvuldig in de gaten gehouden.

Nazorg
De meeste honden zijn een paar uur na de operatie al weer helemaal de oude.
Tijdens de operatie krijgt de teef per injectie een pijnstiller toegediend. Als eigenaar krijg je voor vijf dagen pijnstillers mee om deze na de operatie aan de hond te geven. 

De drie kleine wondjes vragen nauwelijks nazorg. Doordat er onderhuids gehecht wordt en de huidwondjes met lijm worden vastgeplakt hoeven er geen hechtingen verwijderd te worden. Het is wel wenselijk dat de hond niet in de gelegenheid is om aan de wondjes te gaan likken. Dit kan voorkomen worden door het dragen een speciaal hondenshirt of een hondenkraag. Het is voldoende om de wondjes, gedurende 14 dagen, eenmaal daags te controleren. Wanneer er zwelling, roodheid of pus ontstaat, neem dan contact op met de praktijk.
Als eigenaar ontvang je na de operatie een overzichtelijke brief mee waarop alles omtrent de nazorg nogmaals te lezen is. Graag zien we je huisdier twee dagen na de operatie terug op de praktijk voor een gratis controle.

Kosten
Voor de laparoscopische sterilisatie wordt gebruik gemaakt van geavanceerde apparatuur. Daarnaast is een ervaren chirurgisch team voorwaarde voor een voorspoedig verloop van de operatie. De prijs voor de operatie is afhankelijk van het gewicht van de teef. Kijk voor meer informatie op onze pagina met tarieven.

Drachtig

Drachtig
Je hond is gedekt en je wil graag weten of de dekking gelukt is en de teef drachtig is. Vanaf 28 dagen na de dekking kun je een echo laten maken en vanaf 50 dagen na de dekking een röntgenfoto. De draagtijd van een hond en kat is ongeveer 63 dagen. 

Waar moet je op letten wanneer de teef gaat werpen
Het is zo ver, de pups zijn in aantocht. 24 uur voor de bevalling daalt de lichaamstemperatuur van de teef. Het is belangrijk dat je weet wat de normaalwaarde van de temperatuur van je hond is. Temperatuur je hond daarom dagelijks de laatste dagen voor de uitgerekende datum. Daarnaast wordt ze onrustig, begint nestjes te maken, hijgt en wil niet of nauwelijks eten. Als de waterblaas zichtbaar is, volgt de pup. De teef moet natuurlijk wel blijven persen.

Tussen de geboorte van twee pups kan behoorlijk wat tijd zitten. Soms wel 1,5 – 2 uur. Dit is normaal.
Na iedere pup volgt een nageboorte. De teef eet de nageboorte op. Deze is erg voedzaam, maar wanneer de teef te veel nageboortes eet is de kans op diarree groot. Zorg voor zo min mogelijk bezoek tijdens het werpen van de teef. Zorg dat ze zo min mogelijk prikkels krijgt. Sommige teven onderbreken het werpen al bij een kleine verstoring. 

Het is normaal dat de teef na het werpen vaginale uitvloei krijgt. De kleur hiervan varieert van roodbruin naar donkergroen. Eerst is de uitvloeiing overvloedig, maar daarna vermindert het geleidelijk. De uitvloei kan dagen tot weken te zien zijn. Uitvloei mag niet stinken.

Wanneer moet je de dierenarts bellen

  • Als de teef niet binnen 24 uur na de temperatuurdaling begint te werpen
  • Als er 1 uur nadat de waterblaas gezien is nog geen vordering is
  • Als de teef al meer dan 30 minuten perst zonder resultaat
  • Als er meer dan 2 uur verstreken is na de geboorte van de laatste pup. Dit geldt natuurlijk niet als het om de laatste pup van het nest gaat
  • Als er een grote hoeveelheid rood, vers bloed uit de vulva komt
  • Als er een stinkende, bruine of gele uitvloei te zien is tijdens of na het werpen
  • Als het moederdier zwak of lusteloos is

Groei
Weeg het geboortegewicht van de pups binnen 24 uur na  de geboorte. Het is belangrijk dat de pups bij moeder gaan drinken. De eerste melk wordt ook wel biest genoemd. Biest bevat antistoffen die de pups in de eerste levensweken beschermen tegen infecties. Pups hebben nog weinig energie reserves dus het is belangrijk dat ze snel gaan drinken. Wanneer ze niet of onvoldoende drinken raken ze snel onderkoeld, uitgeput en uitgedroogd.

Het is belangrijk om een pup die niet goed drinkt en afvalt bij te voeren. Hier is speciale puppymelk voor verkrijgbaar. Op de verpakking staat hoe veel en hoe vaak een pup bijgevoerd moet worden. Het is verstandig om het hele nest dan bij te voeren, zodat de sterkere pups eerder vol zijn en er meer moedermelk overblijft voor pups die het hard nodig zijn. Door iedere dag de pups te wegen kun je goed monitoren hoe het met de pups gaat. De eerste dag mogen ze iets afvallen, maar het is belangrijk dat ze daarna iedere dag wat blijven groeien. De richtlijn is dat pups 10 dagen na de geboorte in gewicht verdubbeld moeten zijn.

Nuttige tips

  • Geef de teef tijdens de dracht, na de eventuele echo, vast puppybrok te eten. Dit blijf je geven zolang de teef haar pups zoogt. Laat haar rustig wennen aan de nieuwe voeding. Doe dit door het eerst te mengen met haar oude voer
  • De teef zal steeds meer kleine beetjes gaan eten. Dit komt doordat er steeds minder ruimte in de buik aanwezig is door de groeiende pups. Biedt dus wat vaker kleinere hoeveelheden aan
  • Het is belangrijk om de teef te ontvlooiien en ontwormen vóórdat ze gaat werpen. LET OP! Gebruik een middel die veilig is voor drachtige honden
  • Ontworm de pups ook regelmatig volgens een aangepast schema. Pups krijgen via de moedermelk altijd wormen mee. De eerste keer ontwormen mag als de pups 2 weken oud zijn. Gebruik hiervoor altijd een middel die veilig is voor het gebruik bij pups
  • Als het nest last heeft van vlooien is het belangrijk om ze goed te kammen en eventueel een speciale spray te gebruiken tegen vlooien. Vlooien kunnen bloedarmoede veroorzaken wat voor pups erg gevaarlijk is
  • Houdt de temperatuur van de ruimte waar de pups zich bevinden goed in de gaten. De ideale omgevingstemperatuur is 29-32⁰C. Voor de teef ligt de ideale temperatuur een stuk lager. In een goed geïsoleerde werpkist wordt dan ook meestal een temperatuur van 24-27⁰C aangehouden. Voor de pups kan hierin eventueel een plekje met een warmtelamp gecreëerd worden.
  • Zorg dat de werpkist op een rustige plek staat. Dit is zowel voor de teef als pups fijn.

Jeuk

Jeuk
Je hond heeft al langere tijd last van de huid, oren, en/of jeuk. Maar was is de oorzaak van deze klachten? Om hier achter te komen volgen wij een stappenplan.

Parasieten
Regelmatig ontvlooien met een goed product is belangrijk. Dieren die gevoelig zijn voor vlooien kunnen al enorme jeuk krijgen van één beet. Eventueel aanvullend huidonderzoek zoals cytologie, biopten of een kweek kunnen uitgevoerd worden.

Voeselovergevoeligheid
Voedselovergevoeligheid is een reactie van het immuunsysteem op eiwitten in de voeding. Vaak reageren honden op kip, varken of rund. We kunnen testen of jouw hond gevoelig is voor voeding door hem of haar een eliminatiedieet voor te schrijven. Dit is een dieet welke 8 weken lang gegeven moet worden. De hond mag dan niets anders eten! Na 8 weken het speciale dieet gegeten te hebben begin je weer met het eigen voer geven. Komen de klachten terug, dan wijst dit op een voedingsovergevoeligheid. 

Atopische dermatitis
Atopische dermatitis is een allergie tegen omgevingsstoffen. Deze diagnose wordt gesteld door het uitsluiten van allerlei andere oorzaken. Dit probleem is op twee manieren te behandelen: symptomatisch of met hyposensibilisatie. Bij een symptomatische behandeling remmen we de jeuk met medicatie en ondersteunen we de huid. Bij hyposensibilisatie willen we het dier ongevoelig maken tegen de allergenen. Voor hyposensibilisatie wordt er bloed afgenomen waaruit wordt bepaald waar het dier allergisch voor is. Deze stoffen worden in een vaccin gebracht en dit moet levenslang aan het dier toegediend worden. Na 10 maanden wordt er een evaluatiemoment ingepland om te bepalen of het verlichting geeft voor de hond. Deze methode is ook mogelijk bij de kat, maar wordt veel minder vaak toegepast.

Ontlasting onderzoek

Ontlastingonderzoek
Soms is het wenselijk om onderzoek te doen op de ontlasting van je hond. Om dit onderzoek goed uit te kunnen voeren is het belangrijk dat de ontlasting op de juiste manier wordt opgevangen en bewaard. Je kunt daarvoor gebruik maken van de spatel en het potje die je van de praktijk hebt gekregen en het onderstaande schema.

Stappenplan verzamelen ontlasting

  1. Neem het potje en de spatel mee met het uitlaten van de hond;
  2. Neem direct nadat het dier gepoept heeft het monster;
  3. Bemonster de bovenkant van de ontlasting zodat er geen besmetting ontstaat met de grond;
  4. Probeer ongeveer één eetlepel ontlasting te verzamelen.

Ontlasting verzamelen gedurende drie dagen
Wanneer je gevraagd is om van drie dagen ontlasting te verzamelen hou dan rekening met het volgende:

  1. Neem van iedere poepbeurt gedurende 3 dagen ontlasting en doe dit in het potje;
  2. Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag je dit doet;
  3. Alle drie de ontlastingsmonsters mogen in hetzelfde potje verzameld worden.

Belangrijk

  • Bewaar het potje met de ontlasting in de koelkast. Breng de ontlasting binnen 12 uur na de (laatste) monstername naar de praktijk;
  • Drie dagen voorafgaand aan de monstername mag er geen ontlasting van andere dieren of prooidieren gegeten worden;
  • Vul het potje maximaal tot de helft met ontlasting.

Oververhitting

Huisdieren en warmte
Ook ons kikkerlandje kent in de zomer warme dagen met hoge temperaturen. Veel van ons vinden dit lekker, maar onze huisdieren kunnen hier helaas niet zo goed tegen.
Huisdieren hebben een hogere lichaamstemperatuur dan wij mensen. Daarbij hebben zij een vacht en kunnen ze niet zweten. Logisch dat zij sneller oververhit kunnen raken. Oververhitting is erg gevaarlijk en kan zelfs een dodelijke afloop hebben.
We kunnen het dus niet vaak genoeg zeggen, bescherm je huisdier tegen de warmte!

Symptomen van oververhitting
Een lichaamstemperatuur boven de 39,5-40 graden is echt veel te hoog, boven de 42 graden is het zelfs levensbedreigend! Symptomen van oververhitting zijn:

  • Sloom

  • Lusteloos

  • Kwijlen

  • Hijgen

  • Braken

  • Bewusteloos raken

Wat moet ik doen wanneer ik vermoed dat mijn dier oververhit is?
Als je vermoed dat je dier oververhit is neem dan onmiddellijk contact op met de praktijk en begin met koelen. Doe dit met koude handdoeken en koel voornamelijk bij kop, oren, hals en poten. Gebruik geen ijskoud water. Daardoor trekken de bloedvaten samen en raakt je huisdier nog moeilijker zijn warmte kwijt.

Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen
Zorg dat je huisdier altijd beschikking heeft over schaduw en vers water.
Laat het nooit achter in de auto, ook niet heel kort of wanneer het in de schaduw staat.
Beweeg niet op het heetst van de dag en houd er rekening mee dat asfalt ontzettend heet kan worden. Ook huisdieren kunnen verbranden. Hiervoor zijn speciale zonnebrandcrèmes te verkrijgen. Heb je een huisdier die al moeilijker ademt? Bijvoorbeeld bij kort-snuitige rassen, neem dan extra voorzorgsmaatregelen.
Veel honden vinden het heerlijk om met warm weer te zwemmen. Dit is ook een fijne manier van afkoelen. Let er wel op dat je hond tijdens het zwemmen niet te veel water binnen krijgt. Dit kan namelijk een maagkanteling tot gevolg hebben. Let er ook op dat je je hond niet in een plas laat zwemmen waar blauwalg heerst.

Klapramen
Met lekker weer zetten wij graag de ramen in huis open. Heb je klapramen? Deze kunnen erg gevaarlijk zijn voor katten! Je kat probeert door het openstaande raam naar buiten te komen en blijft klem zitten tussen het openstaande raam. Doordat het raam gekanteld staat kan de kat niet meer loskomen met alle nare gevolgen van dien. Google eens op veiligheidsrekjes voor klapramen wanneer je toch graag je ramen openzet en katten hebt.

Urine onderzoek

Urineonderzoek
Op advies van de dierenarts of assistente is besloten een urineonderzoek uit te voeren. Om dit onderzoek goed te kunnen doen is het belangrijk dat de urine op de goede manier wordt opgevangen en bewaard. Je kunt daarvoor gebruik maken van een pipet en een buisje, die je van de praktijk kunt meekrijgen.

Stappenplan

  • Neem het buisje en de pipet mee met het uitlaten van de hond;
  • Zorg er voor dat je een schoon bakje, pannetje of soeplepel bij je hebt om de urine makkelijk in op te vangen;
  • Probeer ‘midstream’ urine op te vangen. Dat wil zeggen ‘in het midden van de straal’;
  • Wanneer de hond in het bakje heeft geplast kun je de urine met de pipet hieruit opzuigen en deze weer leegdrukken in het buisje. Het liefst hebben wij 1 buisje vol!
  • Breng de urine zo snel mogelijk bij langs voor onderzoek. Indien dit niet mogelijk is kun je de urine best in de koelkast bewaren (maximaal 4 uur om bacteriegroei te voorkomen!)

Belangrijk
Bewaar de urine nooit langer dan 4 uur in de koelkast!
Minder dan 1 cm urine is vaak te weinig voor een goed diagnostisch onderzoek. Probeer daarom minimaal 1 cm mee te brengen. Zuig geen urine op van de grond. Dit zorgt voor vuil wat het onderzoek zal beïnvloeden.

Gebitsbehandeling

Gebitsproblemen
Veel honden en katten leven met gebitsproblemen. Honden en katten zullen namelijk niet snel laten zien dat ze last hebben van het gebit. Eten is een eerste levensbehoefte en dus zullen ze daar niet snel mee stoppen wanneer ze last krijgen van tansteen of kiespijn. Daarom is het belangrijk om dit regelmatig na te laten kijken en zo nodig te laten behandelen.

Er zijn een aantal symptomen waaraan je toch kunt herkennen dat je huisdier last heeft van zijn tanden en/of kiezen. Een stinkende adem is hiervan de meest bekende. Maar ook slecht of niet willen eten is een symptoom dat kan duiden op gebitsproblemen. Helaas zijn niet alle symptomen altijd even duidelijk zichtbaar. Twijfel je of je huisdier last heeft van zijn gebit? Neem dan gerust even contact op met de praktijk. Zo voorkom je dat jouw huisdier onnodig met pijn blijft rondlopen.

Waarom een gebitsbehandeling?

Tandplaque en tandsteen
Honden en katten krijgen tandplaque door het eten van voedsel. Op hoektanden en op de achterste kiezen blijven de meeste voedselresten zitten. Deze voedselresten worden in combinatie met speeksel en bacteriën omgezet in tandplaque. Tandplaque is te verwijderen door goed te poetsen. Wanneer dit niet voldoende verwijderd wordt zal tandplaque zich omzetten in tandsteen. Tandsteen is te herkennen aan de bruine aanslag op de tanden en kiezen. Dit geeft veel stank, irritaties en ontstekingen in de bek van je huisdier. Wortels kunnen ontstoken raken en bloot komen te liggen. Tanden en kiezen kunnen los gaan zitten en verloren gaan. Dit is erg pijnlijk voor je huisdier!
Daarnaast kunnen bacteriën in de bloedbaan terecht komen en door het lichaam gaan zwerven. Dit kan gevaar opleveren voor verschillende organen, waaronder het hart. 
Tandsteen is niet meer weg te halen met een tandenborstel. Hiervoor is een professionele gebitsreiniging nodig. Deze reiniging vindt plaats onder narcose.

Pas als het dier goed slaapt kunnen we het gebit grondig beoordelen en bepalen of er tanden en kiezen getrokken moeten worden. Daarnaast kunnen we nu veilig in de mondholte aan het werk. We beginnen altijd met het reinigen van het volledige gebit, waarbij ook het tandplaque en tandsteen onder het tandvlees wordt verwijderd. Tijdens de gebitsbehandeling wordt het dier geïntubeerd en voorzien van zuurstof en eventuele gasnarcose. We houden daarbij de ademhaling, hartslag en temperatuur nauwlettend in de gaten.

Voor een goede beoordeling van het gebit zijn dentale röntgenfoto’s soms noodzakelijk. Lees meer hierover op onze pagina over dentale röntgen.

Gebitsbehandeling
Een gebitsbehandeling bestaat uit:

  • Reinigen van het gebit waarbij tandplaque en tandsteen wordt verwijderd
  • Eventueel trekken van tanden en/of kiezen
  • Polijsten van schoongemaakte en achtergebleven tanden en/of kiezen
  • 2 weken na de behandeling een gratis nacontrole bij de dierenarts of assistente.

Poetsen
Probeer het gebit van je huisdier iedere dag te poetsen. Op de praktijk verkopen we speciale gebitsverzorgingssetjes. Deze zijn inclusief tandpasta. Als dit een te grote belasting is voor jou en je huisdier kun je ook voor kiezen om wekelijks te poetsen. Dit levert ook een redelijke bijdrage aan het voorkomen van tandsteen.

Tandpasta
Tandpasta voor mensen schuimt te veel en is schadelijk voor de maag van je dier. Gebruik een speciale dierentandpasta. Deze schuimt minder en heeft een lekkere smaak. Hierdoor wordt het aanleren van tandenpoetsen een stuk makkelijker! Daarnaast heeft de tandpasta een bacterie dodende werking en zal het in combinatie met goed poetsen zorgen dat tandplaque oplost. Gebruik bij het poesten een zachte nylon borstel. Medium en harde borstels zijn te hard voor het gevoelige tandvlees van je huisdier.

Poetsen lukt niet
In sommige gevallen lukt het je als eigenaar echt niet om de tanden van je huisdier te poetsen. Bij katten kun je het masseren van de wangen over de kiezen en tanden proberen aan te leren. Plaats je vingertoppen aan de buitenkant van de wangen van je kat. Masseer voorzichtig met ronde bewegingen over de kiezen. Hiermee zou je wat tandplaque kunnen verwijderen. Zorg er voor dat het geen stress oplevert voor je kat en probeer het bijvoorbeeld wanneer hij of zij lekker bij je op schoot ligt.

Vet Aquadent kan ook een goed alternatief bieden. Dit is een vloeistof die je toevoegt aan het drinkwater van je hond of kat. Dit middel kan helpen bacteriën in de bek van je huisdier te doden. Vraag de assistente voor uitleg en een folder!

Royal Canin heeft speciale brokken die zorgen voor een mechanische reiniging van het gebit. De speciaal toegevoegde ingrediënten in dit voer zorgen voor minder vorming van tandplaque, tandsteen en een slechte adem.

Hartruis

Hartruis
Je dierenarts heeft vastgesteld dat je hond een hartruis heeft. Bij kleine rassen weten we dat dit bijna altijd komt door een aandoening aan de hartkleppen van de linker harthelft.De hartkleppen krijgen een afwijkende vorm en zo treedt er lekkage op. Dit heet Myxomateuze klepdegeneratie. Het lekken van de hartkleppen kan klachten veroorzaken, maar dit hoeft niet. Het kan zijn dat je hond een hartprobleem of hartfalen ontwikkelt, maar wanneer en of dit gebeurt weten we niet.

Symptomen bij hartfalen
Wanneer er hartfalen ontstaan zien we:

  • Gewichtsverlies
  • Benauwdheid
  • Versnelde ademhaling
  • Hoesten

Diagnose
De diagnose is vast te stellen met behulp van een röntgenfoto van de borstkas.

Behandeling
Hartfalen zijn niet te stoppen, maar we kunnen het hart wel ondersteunen met medicatie waardoor honden minder tot geen klachten meer hebben. Zo is er een medicijn ontwikkeld wat het ontstaan van hartfalen kan uitstellen. Hierdoor neemt de totale levensduur van je hond toe met gemiddeld 15 maanden! 

Dit medicijn wordt gegeven op het moment dat de eerste veranderingen aan het hart plaatsvinden. De hond heeft dan nog geen klachten en de veranderingen kunnen enkel vastgesteld worden door het maken van een röntgenfoto. Eerder starten met het gebruik van dit middel heeft geen enkele zin. Niet iedere hond met hartfalen krijgt ook daadwerkelijk klachten.

Hoe weet je dan wanneer je wel moet beginnen met het geven van medicatie? De hond heeft immers op dat moment nog geen klachten.
Het advies is om je hond jaarlijks te laten onderzoeken bij een dierenarts en daarbij een foto te laten maken van de borstkas. Alleen dan kunnen we op het goede moment starten met het geven van de juiste medicatie.

Liever niet monitoren
Wil je liever geen gebruik maken van dit monitoringstraject? Het advies is dan om het gewicht van de hond én de ademhaling in rust goed in de gaten te houden. Ook kun je letten op eventuele benauwdheid en hoesten. De ademhaling van de hond kun je wekelijks tellen wanneer je hond ligt te slapen. Kijk hoe vaak zijn buik omhoog en omlaag gaat. Een keer omhoog en naar beneden is één ademhaling. Er mogen niet meer dan 30 ademhalingen per minuut zijn.

Vakantie

Op vakantie met je hond
Je wil graag op vakantie met je hond naar het buitenland. Leuk, maar hou er rekening mee dat er veel landen zijn die eisen stellen aan het invoeren van je huisdier. Op www.licg.nl vind je een goed overzicht.

Toch is het niet altijd de beste oplossing voor je huisdier om mee te gaan op reis. Voor veel dieren betekent een verandering van omgeving veel stress. De reisduur kan eveneens belastend zijn, net als het klimaat van het land waar je naar toe gaat. Bovendien kunnen er op de plaats van bestemming lokaal voorkomende ziekten zijn waardoor je huisdier extra risico loopt. Informeer voordat je op reis gaat bij je dierenarts en bedenk zorgvuldig of het echt verstandig is om je huisdier mee te nemen.

Als je besluit je huisdier mee te nemen op vakantie naar het buitenland is een rabiësvaccinatie altijd verplicht. Ook een chip (of tatoeage) en officieel Europees dierenpaspoort zijn nodig. De rabiësvaccinatie moet voor de meeste landen minimaal 21 dagen voor vertrek worden toegediend. Denk ook aan een goede vlooien-, teken-, en/of zandvliegbestrijding. Het is uiteraard raadzaam je hond goed te ontwormen. Voor én na je vakantie.

Vervoer - auto
Vervoer je hond op een veilige manier. Bijvoorbeeld in een bench die is vastgezet, of met een speciale veiligheidsriem. Het is verboden om je hond te vervoeren in de caravan. Zorg voor voldoende water en stop om de twee uur om je hond uit te laten. Sommige huisdieren kunnen misselijk worden tijdens te reis. Geef daarom geen eten kort voordat je vertrekt en zorg voor een rustige rijstijl. Er bestaan medicijnen tegen reisziekte, maar deze hebben soms ook nadelen. Weer daarnaast bedacht op oververhitting. Een hond in een te hete auto kan in korte tijd leiden tot een levensgevaarlijke situatie!

Vervoer - vliegtuig
Neem voor de mogelijkheden, eisen en vragen contact op met je luchtvaartmaatschappij. Per maatschappij kan het nogal eens verschillen welke regels er gelden voor het meenemen van je hond.

Tijdens de vakantie
Water en voer
Neem bij voorkeur je eigen droogvoer mee. Overgang van voer kan maag,- darmklachten geven. Geef je hond alleen water dat geschikt is voor consumptie. Zorg natuurlijk dat er altijd vers water ter beschikking is.

Overbelasting
Het is natuurlijk heerlijk om met je hond op de plaats van bestemming lange wandelingen te maken. Hou wel rekening met zijn conditie en het klimaat ter plaatse. Geef je huisdier de tijd om te wennen aan de omstandigheden. Wil je echt flinke wandelingen maken? Zorg dan dat je hond voor de vakantie al goed getraind is. Laat je hond niet meer inspanning leveren dan het gewend is, gun het rust en feed hem een plaats in de schaduw / koelte op het heetst van de dag.

Oververhitting
Oververhitting is levensgevaarlijk voor honden. Vaak zijn ze versuft, maar soms ook juist in paniek en hijgen ze veel. Neem bij twijfel altijd de temperatuur op. De normale temperatuur in rust ligt tussen de 38,0 – 39,0⁰C. Zorg voor afkoeling: plaats het dier uit zon, laat hem geen inspanning meer leveren en overgiet hem met water. Geef je dier met tussenpozen van 5 tot 10 minuten kleine beetjes water te drinken. Als de temperatuur niet snel zakt, is tussenkomt van een dierenarts noodzakelijk!

Diarree en braken
Zorg dat de hond ten allen tijde voldoende blijft drinken. Geef kleine porties eten, verdeeld over de dag.
Neem bij ernstige gevallen altijd direct contact op met de dierenarts ter plaatse!

Checklist

  • Dierenpaspoort
  • Rabiës- en gezondheidsverklaring
  • Eventuele andere papieren verstrekt door de dierenarts
  • Eventuele medicijnen
  • Tekentang
  • Thermometer
  • E.H.B.O spullen (verband, ontsmettingsmiddel, schaar, pincet, steriele gaasjes)
  • Muggen,- en of teken werende middelen
  • Voer en drinkwater met voerbakken
  • Riem / tuig (evt. muilkorf)
  • Deken / mand
  • Speeltje

Na de vakantie
Ontworm je hond goed na de vakantie. Raadpleeg bij twijfel over de gezondheid je dierenarts en vermeld dat het dier mee is geweest op reis en waarheen.

Artrose

Wat is artrose?
Artrose is een ander woord voor slijtage van de gewrichten, die ontstaat als een gewricht beschadigd raakt. Vaak zie je deze aandoening in de elleboog of heupgewrichten, maar ook in andere gewrichten kan deze aandoening voorkomen.

Wat is een gewricht?
Een gewricht bestaat meestal uit twee botdelen, die bekleed zijn met kraakbeen en daartussen smeervloeistof. De twee botdelen worden bij elkaar gehouden door het gewrichtskapsel en diverse banden. Een gewricht wordt bewogen door de spieren (die samentrekken en ontspannen) rondom het gewricht.

Hoe ontstaat artrose?
De oorzaak van artrose kan grofweg ingedeeld worden in twee categorieën:
Artrose door het gevolg van leeftijd en artrose door het gevolg van andere problemen zoals ziekten of beschadigingen. Artrose voorkomend uit een beschadiging kan bijvoorbeeld komen door een ongeluk of klap, een afwijkende belasting door bijvoorbeeld het scheuren van de kruisband of een ontsteking door een los stukje bot in de elleboog (LPC).

Artrose, en dan?
Het volledig genezen van artrose is niet mogelijk. Met een goede behandeling kan je dier bijna altijd de goede kwaliteit van leven weer terugkrijgen. De behandeling bestaat uit meerdere opties:

Voeding en voedingssupplementen
Voeding kan van groot belang zijn omdat het de ontstekingsreactie en de afbraak van kraakbeen remt. Er bestaat goede dieetvoeding welke daarnaast een volwaardig voer is en kan dus levenslang gegeven worden. Ook zijn er voedingssupplementen zoals glucosamine en omega-3. Dit smeert de gewrichten en versoepelt de beweging.

Fysiotherapie
Regelmatige, gecontroleerde beweging is het beste zolang het gewricht niet overbelast wordt. Zwemmen, wandelen aan de lijn of lopen aan de lijn naast de fiets zijn goede vormen van training. Door goede training worden de spieren van je dier sterker waardoor de gewrichten vaker ontlast worden. Een dierfysiotherapeut kan je hierbij helpen om de training van je dier te optimaliseren. Ook kunnen zij een goed trainingsschema voor je dier opbouwen.

Rust en beweging
Goede gedoseerde beweging is van groot belang om de gewrichten soepel te houden.

Pijnstillers en ontstekingsremmers
Pijnstilling maakt het comfortabeler voor je dier. Ontstekingsremmers zorgen er tevens voor dat de verergering van artrose geremd wordt. Pijnstillers zijn soms van belang omdat je dier niet bang moet zijn om te bewegen. Dit kan door pijn soms het geval zijn.

Gewrichtsbeperking
Door je hond op een gezond gewicht te krijgen en te houden komt er minder gewicht op de gewrichten en is dit dus aangenamer voor de hond. Ook kan het voorkomen dat door gewichtsvermindering er minder pijnstilling nodig is.

Afscheid nemen

Je hond laten inslapen, een van de moeilijkste beslissingen in het leven van een baasje. Wanneer is het juiste moment? Het liefste wil je hier helemaal niet over nadenken. Soms gaat een hond op de natuurlijke manier dood. Maar wanneer het (ernstig) ziek of heel erg oud is overweeg je soms als eigenaar om het in te laten slapen. Een heel moeilijke beslissing die waarschijnlijk ook veel vragen bij je oproept. Je wilt tenslotte alleen maar het beste en maakt deze beslissing uit liefde.

Hoe weet ik dat het tijd is?
De beslissing om je hond in te laten slapen kun je alleen zelf maken, hoe moeilijk dit ook is. De dierenarts kan je wel een goed advies geven of je hond nog een waardig bestaan heeft, dit helpt misschien bij het maken van de beslissing. Je hoeft tijdens een consult waar je samen met de dierenarts over euthanasie praat nooit direct een beslissing te nemen. Vaak is het fijn om hier eerst thuis rustig over na te denken.

Wat is euthanasie en hoe gaat het in zijn werk?
Tijdens een euthanasie laat de dierenarts je hond rustig inslapen. In de meeste gevallen ben je hierbij aanwezig. Hierdoor zal het zich rustig en veilig voelen wanneer jij in de buurt bent. De dierenarts zal je hond een injectie geven waardoor het rustig in slaap valt. Op het moment dat hij/zij slaapt zal het al niets meer vernemen. Je kunt, samen met eventuele familieleden, nog rustig afscheid nemen. Daarna zal de dierenarts een injectie in de bloedbaan geven welke ervoor zorgt dat je hond stopt met ademhalen. De dierenarts controleert of het hart gestopt is met kloppen door te luisteren met de stethoscoop, hij of zij zal daarna verklaren dat je dier is overleden.

Wat moet ik doen wanneer mijn huisdier overleden is?
Als je hond overleden is zijn er verschillende opties:

Crematie
Huisdieren kunnen individueel of met meerdere dieren tegelijk worden gecremeerd in een huisdierencrematorium. Hiervoor werken bij samen met Dierenuitvaartzorg Nederland
Dierenuitvaartzorg Nederland verzorgt crematies bij huisdieren en heeft meerdere vestigingen in Nederland. Het is mogelijk om je huisdier, nadat het is overleden, zelf naar een uitvaartcentrum toe te brengen. Op maandag, woensdag en vrijdag kan dit in Smilde. Je huisdier kan ook worden opgehaald door een vervoersdienst van Dierenuitvaartzorg Nederland. Zij halen huisdieren zowel van de dierenartsenpraktijk als vanaf een huisadres. De crematie van het dier vindt plaats in Swifterband. 

Het is prettig wanneer je van tevoren kunt nadenken of je jouw huisdier individueel of met meerdere dieren tegelijk wil laten cremeren. De as kan op verschillende manieren bewaard of verwerkt worden en wordt vervolgens teruggebracht naar de dierenkliniek. Alle informatie hierover vind je op de website van Dierenuitvaartzorg Nederland

Uiteraard bent u als eigenaar vrij om zelf een keuze te maken naar welk crematorium u, uw huisdier wilt brengen. 

Begraven
Voor het begraven van je huisdier in je eigen tuin, dien je vooraf te informeren bij de gemeente. De gemeente bepaalt of en hoe huisdieren in de tuin begraven mogen worden. 

Begraaf je je huisdier het liefst zelf, zorg dan voor voldoende diepte (minstens één meter) en wikkel het dier in een doek, deken of kartonnen doos (niet in plastic). Bedenk dat een begraven dier voor een eventuele nieuwe eigenaar van je tuin een onverwachte verrassing kan opleveren. Begraaf je liever niet in je eigen tuin, dan kun je ook kiezen voor een dierenbegraafplaats. Hiervan zijn er verschillende in de regio Groningen.

De dierenbegraafplaats 'De Garst' in Westerlee kan dit ook uit handen nemen. Zij vervoeren dieren naar de begraafplaats. Je kunt hierbij kiezen of je de plaats voor twee jaar of langer reserveert, of het dier met of zonder kist begraven wordt en wat de grafbedekking wordt. De kosten hiervoor betaal je rechtstreeks aan de Dierenbegraafplaats 'De Garst'.

Afvoer voor destructie
Je kunt je huisdier via de dierenarts of de gemeente laten aanbieden aan een destructiebedrijf. We spreken over destructie omdat de dierlijke resten niet voor consumptie geschikt zijn. Dode dieren kunnen de volksgezondheid schaden of dierziektes verspreiden. Daarom schrijft de wet voor dat ze zo spoedig mogelijk worden afgevoerd en vernietigd.

Dieren die voor destructie worden opgehaald worden verzameld op een centrale plek, samen met andere dieren en dierlijke resten. De dieren en dierlijke resten worden vervolgens gezamenlijk gebroken, gepasteuriseerd en gesteriliseerd. De massa wordt vervolgens ingedampt, gedroogd en gescheiden in meel en vetten. Dit zijn bruikbare brandstoffen die veelal als brandstof worden gebruikt voor het opwekken van energie. Er is geen sprake van verbranding van de dieren.

Tip
Als je huisdier is overleden is het verstandig een aantal mensen hiervan op de hoogte te brengen:
•    De dierenarts.
•    De databank waar je dier staat geregistreerd met de chip.
•    Evt. bij fokker, stamboek, trimsalon en dierenverzekering.

Het verliezen van je huisdier is vaak erg verdrietig. We begrijpn het goed als je nog vragen hebt of er eerst eens met iemand over wil praten. Onze paraveterinairs hebben veel ervaring en kunnen misschien een luisterend oor bieden. Als je graag meer informatie wil van de dierenarts kun je het beste een afspraak maken voor een consult.

Terug naar Informatie gezelschapsdieren