Klauwgezondheid

Een centrale rol in de gezondheid van de koe

Klauwen spelen een centrale rol in de gezondheid en het welzijn van koeien. Ze moeten er mee naar het voerhek en naar de melkstal lopen. Als er iets fout gaat met betrekking tot de klauwgezondheid vermindert dit direct voeropname en indirect ook de productie. Onder andere door verminderde voeropname en verminderde ligtijd. Dit maakt ook dat de klauwgezondheid bijna altijd onder druk staat en dat het daarom belangrijk is om er aandacht aan te blijven besteden.

Grofweg kunnen klauwproblemen worden opgedeeld in infectieus (Mortellaro en Tussenklauwontsteking) en niet-infectieus (Tyloom, Witte-lijn defect en Zoolbloeding/ -zweer). Echter zijn deze lang niet altijd los van elkaar te zien. Door bijvoorbeeld Mortellaro kan een koe een Tyloom ontwikkelen, maar op een Tyloom kan ook Mortellaro ontstaan. Om een goed beeld te krijgen van wat er op uw bedrijf speelt kan er worden gescoord en geregistreerd tijdens preventief klauwbekappen.

Wat kunnen wij betekenen bij infectieuze klauwaandoeningen?
Infectieuze en niet-infectieuze klauwproblemen zijn afhankelijk van meerdere factoren. Voor de infectieuze klauwaandoeningen zijn dat onder andere klauwstand, weerstand en hygiëne. Waarbij de laatste verreweg het belangrijkste is. Vervolgens is de hygiëne weer afhankelijk van bijvoorbeeld de dikte van de mest en hoe vaak de robot/mestschuif langskomt.
Het is onoverkomelijk dat koeien met hun klauwen in de mest staan, echter kan wel de infectiedruk verlaagd worden door bijvoorbeeld het regelmatig toepassen van een voetenbad. Ook kan met een goede afstelling van de boxen de koeien worden uitgenodigd om zoveel mogelijk te liggen waardoor de druk op de klauwen afneemt.
Om al deze risicofactoren zo goed mogelijk te managen denken wij graag mee door bijvoorbeeld een risicoanalyse te maken voor op het bedrijf aanwezige risicofactoren. Ook kunnen we meedenken wat de beste strategie is met betrekking tot het gebruik van bijvoorbeeld voetenbaden of het behandelen van een individuele koe. Maar ook andere aanpassingen in management of huisvesting.

Een infectieuze klauwaandoening waar we direct wat aan kunnen doen is teenpuntnecrose. Door een beschadiging van de teenpunt kan er een ontsteking in de hele klauw trekken. Dit is vaak een reden van afvoer wanneer dit ontdekt wordt in een laat stadium. Echter kunnen we in een vroeg stadium goed behandelen door een puntje van de klauw af te zagen. Hierdoor kan de koe nog een aantal lactaties mee.

Wat kunnen wij betekenen bij niet-infectieuze klauwaandoeningen.
Voor niet infectieuze klauwaandoeningen zijn er minimaal zoveel risicofactoren als voor de infectieuze klauwaandoeningen. Zo spelen hier bijvoorbeeld voeding (vooral in transitie) maar ook huisvesting een hele belangrijke rol. Echter kan de aanwezigheid van infectieuze klauwaandoeningen ook een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van niet infectieuze klauwaandoeningen.
Ook hier kunnen we meedenken over risicofactoren en aanpassingen om niet-infectieuze klauwaandoeningen te voorkomen. Te snel opstarten aan het begin van de lactatie heeft bijvoorbeeld invloed op het ontstaan van zoolbloedingen. Huisvesting heeft een grote invloed op witte-lijn defecten.
Mocht er onverhoopt een koe kreupel worden kunnen we helpen met de beste therapie. De enige goede oplossing voor bijvoorbeeld een tyloom is het operatief verwijderen. Dit is een relatief kleine ingreep waarbij de koeien vrijwel direct na de operatie beter lopen en minimaal nog een lactatie mee kunnen in plaats van dat ze afgevoerd worden vanwege chronische kreupelheid.

Terug naar Informatie
Ga naar Kinderboerderij